Brieven voor het ontstaan van de postzegel

Er bestaan, sinds de Middeleeuwen, georganiseerde verbindingen voor het overbrengen van brieven en berichten. De kerk en de abdijen, de koninklijke huizen en de legers te velde hadden hun eigen prefilatelistische postale verbindingen door boden.
We onderscheiden twee soorten briefwisseling:
     - de oude brieven uit de tijd dat er nog geen postale aanduidingen bestonden. We citeren bijvoorbeeld     berichten verzonden door Julius Caesar naar Rome bestemd om voor te lezen in het forum.
     - de brieven die men "voorlopers" noemt, d.w.z. brieven voorzien van postale aanduidingen, evenals brieven die dateren uit de periode van de postzegel, maar verzonden in portvrijdom. Bijvoorbeeld brieven verzonden door de familie de Tassis, die de eerste officiële postdienst hebben opgericht.




Wat valt er zoal te zien op dergelijke briefwisseling?
Een eerste aanduiding is het adres van de bestemmeling.
Gedurende en lange periode werd een met inkt geschreven geadresserde brief beschouwd als een identitieitsbewijs. Een met potlood geschreven adres word doorstreept zodat men het kon vervangen door een andere bestemmeling. In de meeste gevallen werden ze verzegeld met was. Dergelijke stukken zijn zeldzaam, daar enkel de prinsen, de machthebbers en de handelaars dit communicatiemiddel gebruikten.
Een tweed aanduiding is de naam of het zegel van de afzender.
Het zegel is voor ons filatelisten belangrijker dan het adres, daar deze afdruk van het blazoen een vorm van portvrijdom voostelt. De handtekening op de brief zelf laat ons toe te bewijzen dat deze verzonden werd door dezelfde persoon.

De eigenlijke prefilatelistische brieven.
Deze brieven vertonen meestal één of meerdere postmerken, meestal poststempels, genoemd "griffe" (naamstempel), afkomstig uit de plaats van verzending van de brief, soms aangevuld met andere officiële aanduidingen: "recommandé, assuré, port payé, marques de passage", enz. .


Het verschuldigde port wordt met de pan aangeduid evenals de wijze van verzending. In een georganiseerde postdienst zitten vanzelfsprekend de sorteerkosten, tranport- en verdelingskosten verwerkt die dienen betaald te worden ofwel door de afzender, ofwel door de bestemmeling.
Voor 1840 gaf men zijn brief af aan de bode, die diende betaald te worden voo zijn werk en meestal was het de bestemmeling die het port diende te betalen. Indien deze de kosten niet wilde betalen had dit zware gevolgen voor de afzender. vanaf de indienststelling van de postdiensten, wordt voorafgaandelijke betaling geêist. deze prijs werd meestal berekend in functie van de afstand en vermeld op de brief. Om alle misverstanden van aflezing te vermijden werd een cijfercode in het leven geroepen.








Tabel van de met de pen geschreven
portcijfers (Doc. Postmuseum Brussel).
In gebruik voor 1895.









Besluit
Het gaat om documenten die verzonden werden door een regelmatige ingestelde postdienst en aldus behoren tot onze "hobby". Het zijn ontegensprekelijk waardevolle documenten, zeer interessant voor hun stempels, posstmerken, enz.. . Ze horen meestal thuis in de specialiteit marcofilie en de postgeschiedenis, maar ze kunnen ook opgenomen worden in een thematische verzameling. In de Belgische geschiedenis kan de schrijfwijze van de naam van sommige steden interessant zijn.

Men moet maximaal gebruik maken van deze documenten, maar zoals in alles, niet overdrijven en vooral niet willen tot elke prijs voorlopers in een thematische verzameling gebruiken indien er geen duidelijk verband is met het gekozen thema, daar men vlug afgeleid zal worden van een thematische verzameling naar een verzameling postgeschiedenis.

Actueel, kunnen we een juistere definitie geven aan deze brieven:
" het zijn documenten voorafgaand aan het gebruik van de postzegel voor de verzending van post in het algemeen".

Reacties

Populaire posts van deze blog

Omslag Facture met Flier afstempeling

De postbusletter in Limburg